Ondanks het feit dat de Australische musicus, componist en producer Jim Denley al bijna 50 jaar fluit speelt is het album ‘Cut Air’ pas zijn eerste solo fluit CD. Maar het was het wachten alleszins waard want wat Denley hier verricht op zijn geprepareerde basfluit grenst aan het ongelofelijke. De kleurrijke klanken die Denley over ons uitstrooit geven blijk van absoluut meesterschap.
Daarbij haalt Denley zijn inspiratie van over de gehele wereld, dat is dan weer een voordeel van het feit dat Australië zelf geen fluittraditie heeft. Natuurlijk is de invloed van de Europese klassieke muziek aanwezig, maar veel meer die van niet westerse culturen als die van Papua New Guinea, de sjamanistische cultuur uit het Zuid Amerikaanse Amazonegebied, de fluittraditie van Japan, met de shakuhachi en de nohkan en bovenal die van de Salomonseilanden in de Stille Zuidzee. Het tweede stuk op het album is dan ook opgedragen aan Celina Rokona. Zij bespeelde de sukute, onder andere op het album ‘On Fataleka And Baegu Music – Malaita, Solomon Islands’ – in 1969 uitgebracht door de Franse musicoloog Hugo Zemp. Die sukute, door Rokona ontwikkeld bestond uit twee bamboe pijpen, aan beide zijden open. Door tijdens het blazen de pijpen tegen haar lichaam te slaan, ontstaat een percussieve wijze van fluit spelen.
Wat er van Rokona geworden is, op foto’s van eind jaren ’60 leek ze rond de 40 jaar te zijn, was tot voor kort niet duidelijk. Tot Jim Denley naar het land van de Bague, de stam waar Rokona toe behoorde, trok om te achterhalen of Rokona nog leefde en of haar instrument nog bestond. Rokona bleek overleden, maar de percussieve manier van fluitspelen blijkt nog springlevend. Van die zoektocht is een boeiende radiodocumentaire gemaakt, te bekijken via de website van ABC Net.
Al die culturen verweeft Denley tot een geheel eigen stijl die een sterk meditatief, transcendent karakter heeft. Zo begint het titelstuk, ‘Cut Air’ met zacht lispelen in de fluit, alsof we de branding horen. Gaandeweg breidt Denley zijn klankspectrum uit, door een grote verscheidenheid aan technieken, met repeterende, drone-achtige klanken tot een gevarieerd geheel. Hetzelfde procedé past hij toe in ‘For Celina Rokona’, alleen gebruikt hij hier meer vibratie om recht te doen aan die door Rokona ontwikkelde techniek op de sukute en gebruikt hij eveneens zijn fluit op een percussieve manier. Een indrukwekkende vertoning.